Met weinig ervaring en weinig
geld een bedrijf beginnen, een nieuw leven opbouwen in een land met een vreemde
taal, het is best een dingetje. Het is leuk om naar de ervaringen van andere
mensen te kijken op tv. Herkenbaar soms, maar lang niet altijd. Want ieder mens
is anders en iedere emigratie pakt weer anders uit. Ik herinner me
afleveringen, waarbij er van alles mis ging. Eigenlijk gaat er bijna altijd van
alles mis, dat wisten wij natuurlijk van te voren al wel. Want als beste
stuurlui aan wal weten we precies wat ze anders hadden moeten doen. En met de
ondertiteling erbij snapten wij allang wat er gezegd werd.
Maar als ervarings-deskundige
(met de nadruk op ervaring, want deskundig is tegenwoordig iedereen) kijk ik vooral
naar dingen als: hoe goed kunnen ze al communiceren in hun nieuwe taal,
begrijpen ze wat van hun nieuwe cultuur of gaan ze met hun Nederlandse
mentaliteit proberen dingen gedaan te krijgen? Ik weet nog van een stel,
waarvan de vrouw na een half jaar compleet radeloos was. Ze huilde dat alles zo
had tegengezeten. Ze vond ”dat ze nu wel genoeg tegenslag hadden gehad”. Dit is
inmiddels alweer een paar jaar geleden. Ik denk dat ze inmiddels wel beter weet.
En ik hoop dat ze heeft volgehouden.
Wij begonnen hier op een
compleet versleten boerderij. Alles brak onder je handen af. Als je ergens
alleen maar naar keek, ging het al kapot. Naast het bedrijf probeerden we een nieuw
sociaal leven op te bouwen en de taal te leren. En o ja, we kregen ook nog meteen
een baby toen we hier net waren begonnen. Tel daarbij op het bezoek uit
Nederland, heel veel bezoek. Soms was het beddengoed nog niet eens droog aan de
waslijn als de volgende gasten alweer het erf op kwamen rijden. Alles bij
elkaar kost die eerste tijd veel energie, en je word er fijn snel ervarings-deskundige
van. Ervaring die zich uit in rimpels en wallen, waardoor je deskundig wordt in
het negeren van spiegels.
De Deense cultuur lijkt erg
op de Nederlandse. Maar hoe langer ik hier woon, hoe meer verschillen ik zie.
Want er zijn ook grote verschillen. Denen zijn bijvoorbeeld veel makkelijker in hun huishouden. Je wordt heel
gastvrij ontvangen en krijgt een hele avond allerlei lekkers voorgeschoteld. Net
zolang tot ze je tonnetje dik naar huis toe kunnen rollen, hopla. Maar let niet
op de rommel. Heerlijk! In Nederland word je er toch sneller op afgerekend als
je je huishouden niet onder controle lijkt te hebben. Bij een Deen komt het
niet eens op om zich te verontschuldigen voor de chaos hier en daar in huis.
Een Deen is vooral bezig met de heerlijke ovenschotel, de kaarsen en de wijn.
In Nederland word je voor later op de zaterdagavond pas uitgenodigd, en in een
keurig opgeruimd huis krijg je dan een bakje koffie en een biertje. Denen praten ook veel
makkelijker over geld, gaan er veel opener mee om. Inmiddels ben ik daar aan
gewend. Toen wij hier nog maar een paar maanden woonden, werden wij uitgenodigd
voor het zogenaamde ’konfirmationsfeest’ van onze buurjongen.
”Ik vraag aan
de buurvrouw wat hij graag wil hebben. Ze antwoordt dat hij wel een verlanglijstje
heeft, maar we mogen ook wel gewoon een walkman of zoiets geven. Oeps! Ik had
meer gedacht aan een kleinigheidje. We besluiten dan maar om hem gewoon geld te
geven. Gelukkig informeren we voor alle zekerheid nog even bij andere buren
welk bedrag je ongeveer geeft bij zo’n feest. We vinden het veel, maar stoppen toch
maar braaf dit geld in een envelop. Op het feest overhandigen we de jongen de
envelop en hij maakt het in het bijzijn van iedereen meteen open. Daarna
wappert hij met de briefjes in de lucht om iedereen te laten zien wat wij
precies hebben gegeven.”