mandag den 29. september 2014

Ik vertrek

Op tv wordt het altijd goed bekeken. De verhalen van mensen die vertrekken naar een ander land. Die hun ambities waarmaken. Mensen die soms nog nooit in de horeca hebben gewerkt, maar wel een hotel overnemen in Zwitserland. Mensen met twee linkerhanden die een complete bouwval in Frankrijk restaureren. Maar er zijn ook mensen bij, die goed voorbereid te werk gaan. Maar ja, waar kun je je precies op voorbereiden? Kun je je wel voorbereiden, of is het gewoon een kwestie van doen?

Met weinig ervaring en weinig geld een bedrijf beginnen, een nieuw leven opbouwen in een land met een vreemde taal, het is best een dingetje. Het is leuk om naar de ervaringen van andere mensen te kijken op tv. Herkenbaar soms, maar lang niet altijd. Want ieder mens is anders en iedere emigratie pakt weer anders uit. Ik herinner me afleveringen, waarbij er van alles mis ging. Eigenlijk gaat er bijna altijd van alles mis, dat wisten wij natuurlijk van te voren al wel. Want als beste stuurlui aan wal weten we precies wat ze anders hadden moeten doen. En met de ondertiteling erbij snapten wij allang wat er gezegd werd.

Maar als ervarings-deskundige (met de nadruk op ervaring, want deskundig is tegenwoordig iedereen) kijk ik vooral naar dingen als: hoe goed kunnen ze al communiceren in hun nieuwe taal, begrijpen ze wat van hun nieuwe cultuur of gaan ze met hun Nederlandse mentaliteit proberen dingen gedaan te krijgen? Ik weet nog van een stel, waarvan de vrouw na een half jaar compleet radeloos was. Ze huilde dat alles zo had tegengezeten. Ze vond ”dat ze nu wel genoeg tegenslag hadden gehad”. Dit is inmiddels alweer een paar jaar geleden. Ik denk dat ze inmiddels wel beter weet. En ik hoop dat ze heeft volgehouden.

Wij begonnen hier op een compleet versleten boerderij. Alles brak onder je handen af. Als je ergens alleen maar naar keek, ging het al kapot. Naast het bedrijf probeerden we een nieuw sociaal leven op te bouwen en de taal te leren. En o ja, we kregen ook nog meteen een baby toen we hier net waren begonnen. Tel daarbij op het bezoek uit Nederland, heel veel bezoek. Soms was het beddengoed nog niet eens droog aan de waslijn als de volgende gasten alweer het erf op kwamen rijden. Alles bij elkaar kost die eerste tijd veel energie, en je word er fijn snel ervarings-deskundige van. Ervaring die zich uit in rimpels en wallen, waardoor je deskundig wordt in het negeren van spiegels.

De Deense cultuur lijkt erg op de Nederlandse. Maar hoe langer ik hier woon, hoe meer verschillen ik zie. Want er zijn ook grote verschillen. Denen zijn bijvoorbeeld veel makkelijker in hun huishouden. Je wordt heel gastvrij ontvangen en krijgt een hele avond allerlei lekkers voorgeschoteld. Net zolang tot ze je tonnetje dik naar huis toe kunnen rollen, hopla. Maar let niet op de rommel. Heerlijk! In Nederland word je er toch sneller op afgerekend als je je huishouden niet onder controle lijkt te hebben. Bij een Deen komt het niet eens op om zich te verontschuldigen voor de chaos hier en daar in huis. Een Deen is vooral bezig met de heerlijke ovenschotel, de kaarsen en de wijn. In Nederland word je voor later op de zaterdagavond pas uitgenodigd, en in een keurig opgeruimd huis krijg je dan een bakje koffie en een biertje. Denen praten ook veel makkelijker over geld, gaan er veel opener mee om. Inmiddels ben ik daar aan gewend. Toen wij hier nog maar een paar maanden woonden, werden wij uitgenodigd voor het zogenaamde ’konfirmationsfeest’ van onze buurjongen.

”Ik vraag aan de buurvrouw wat hij graag wil hebben. Ze antwoordt dat hij wel een verlanglijstje heeft, maar we mogen ook wel gewoon een walkman of zoiets geven. Oeps! Ik had meer gedacht aan een kleinigheidje. We besluiten dan maar om hem gewoon geld te geven. Gelukkig informeren we voor alle zekerheid nog even bij andere buren welk bedrag je ongeveer geeft bij zo’n feest. We vinden het veel, maar stoppen toch maar braaf dit geld in een envelop. Op het feest overhandigen we de jongen de envelop en hij maakt het in het bijzijn van iedereen meteen open. Daarna wappert hij met de briefjes in de lucht om iedereen te laten zien wat wij precies hebben gegeven.”

 

 

 

lørdag den 20. september 2014

Het begin van mijn verhaal

Ieder mens heeft een verhaal. Een bijzonder verhaal of een ontroerend verhaal. Soms lijkt het verhaal in eerste instantie heel gewoon. Totdat het verhaal heel langzaam een andere richting op gaat dan je wilt. Dan krijgt het verhaal een bijzondere betekenis. Het zet je leven op z´n kop. Dan wordt het een verhaal, dat het waard is om verteld te worden. Mijn verhaal begint bijna 14 jaar geleden.  

Een jong gezin emigreert naar Denemarken en neemt een boerderij over. Vol goede moed beginnen zij aan een nieuwe toekomst.

” Maar dan, op een zaterdag, rijden we met een vrachtwagen vol spullen en een paar
familieleden en vrienden naar ons nieuwe huis. In de hoop er een thuis van te maken. Op hoop van zegen. Want ook al weten we niet of het goed uit zal pakken, we hoeven het niet alleen te doen. We doen onze ogen dicht en springen. Niet teveel nadenken, gewoon doen. We kunnen weer vooruit. En hebben er zin in!”

Zo begint mijn verhaal. Een heel gewoon ”ik vertrek” verhaal van een gezin dat samen op weg gaat. We nemen een grote hap lucht en springen in het diepe. Dit is het begin van ons avontuur. Het avontuur, dat heel langzaam een bizarre wending neemt en tot ingrijpende keuzes dwingt. Het avontuur dat uiteindelijk geworden is tot het boek ”luchtbel”.