fredag den 17. oktober 2014

Over de schoenmaker bij de verkeerde leest


Als boer word je regelmatig gecontroleerd. Je hebt bijvoorbeeld de milieucontrole, maar ook de controle van de melkfabriek. Natuurlijk is het goed dat er gecontroleerd wordt. Uiteindelijk produceren boeren voedsel, en het is belangrijk dat dit op een goede en verantwoorde manier gebeurt. Maar je kunt ook overdrijven… 

Vorige week haalde ik een van de kinderen op van een verjaardagsfeest. Het was drie kwartier rijden, dus ik had alle tijd om rustig na te denken, muziek te luisteren en om me heen te kijken. Ik had de cd opstaan van Acda En De Munnik. Altijd leuk, hun teksten, na al die jaren zorgt het bij mij nog steeds voor een grote glimlach.  

Maar op de een of andere manier moest ik bij het luisteren van een bepaald nummer ook ineens denken aan de landbouw. Ik weet geen sector waar zoveel mensen zich negatief mee bemoeien als de landbouw. Zelfs degenen die nooit een voet in de stal zetten, weten precies uit te leggen waar het fout zit. Zelf hebben ze een (te dikke) hond of kat thuis, of een konijn in een hok, of een hamster die ´s nachts fijn in een bal mag rennen. Maar je moet de kennis van zo´n honden- of kattenbezitter natuurlijk niet onderschatten. Of ze gaan regelmatig op een kinderboerderij beestjes aaien.  

Of ze liken en delen de gemanipuleerde filmpjes van zogenaamde dierenvrienden die op You Tube en Facebook circuleren. Filmpjes die de helden veelal zelf in scène hebben gezet. Hartstikke knap, zeker met dat lugubere licht er bij en die aangrijpende muziek op de achtergrond. Wereldverbeteraars zijn het, deze gangmakers. Bescheiden ook, want ze willen meestal wel graag anoniem blijven. En kuddedieren, hun volgers, die alles voor zoete koek slikken. Het lijkt wel alsof de link tussen boeren en voedsel niet meer wordt gelegd, alsof we straks werkelijk kunnen leven van bamboebladeren, rietstengels en coca cola. Zoete koek kan dan overigens ook niet meer, want daar zitten granen in. En die groeien niet vanzelf in natuurgebieden. 

Terug naar de bedrijfscontroles. Ook wij kregen er regelmatig mee te maken. En nee, wij stonden zeker niet te juichen. Het geeft toch altijd weer een boel werk en stress. Maar het belang ervan is iedere boer duidelijk. We kregen ook wel eens een onverwachte controle. Ook dat hoort er bij.   

"Op een keer krijgen we onverwacht controle. De controleur is duidelijk op zoek naar punten, waarschijnlijk wil ze bonussen scoren. Vandaag is een slechte dag voor ons. Vanaf de eerste minuut is duidelijk dat deze controle negatief uit gaat pakken. Alles wordt negatief uitgelicht. De pasgeboren kalfjes hebben geen eigen waterbakje. Nee, legt Luuk uit, ze krijgen een paar keer per dag melk, ze zijn nog maar net geboren. Luuk moet ze water geven uit een bak. Prima, hij laat mevrouw meteen wel even zien dat deze kalfjes nog te jong zijn om zelf water te gaan drinken. Als mevrouw dat graag wil. Hij probeert de kalfjes te laten drinken, maar het lukt niet, ze begrijpen het niet, en willen ook helemaal geen water drinken. ‘Kalfjes hadden geen beschikking over water, en hadden erge dorst’, schrijft mevrouw op haar formulieren."

Jammer dat mevrouw de controleur geen Nederlands kan, anders had ik haar best een leuke cd kado willen doen.

 

tirsdag den 7. oktober 2014

Dag van de Leraar

Een tijdje geleden was het de ’Week tegen Pesten’. Gisteren was het de ’Dag van de Leraar’. Er zijn veel bijzondere dagen in het leven geroepen, de meeste gaan langs me heen. Maar deze twee hebben voor mij wel een bijzondere betekenis.
 
Als je eigen dochter gepest en buitengesloten wordt op school, doet dat ongelooflijk veel pijn. Zelfs nu, jaren later, kan ik me de scenario’s nog goed voor de geest halen. Mijn dochter was destijds een heel verlegen en onzeker meisje van 10 jaar. Mooi, slim, viel niet uit de toon qua gedrag of uiterlijk. Maar met veel buikpijn en oorpijn. Met slaapproblemen. Tegen de tijd dat we erachter kwamen dat dit werd veroorzaakt door stress in de klas, was het al een hele tijd gaande. Het doet pijn als je kind zo verdrietig is. Het doet pijn, als anderen jouw kind, jouw kostbare liefde, afwijzen. In het boek ’luchtbel’ vertel ik over deze gebeurtenissen. Over hoe we geprobeerd hebben de sfeer om te buigen.
 
”De meiden hebben een topavond en -nacht. Ze kletsen tot diep in de nacht en het is supergezellig. Als ze de volgende morgen worden opgehaald door hun ouders, zeggen de ouders dat ze het een heel goed idee vinden, zo’n slaapfeestje. Ze zien dat de meiden het gezellig hebben gehad. Ze weten allemaal dat er erg veel conflicten onderling zijn. Het is goed als ze samen ook positieve ervaringen opbouwen, verwoordt één van de ouders het. Zo is het maar net. Een andere ouder geeft ons ook complimenten, deze klas heeft wel een extra duwtje in de rug nodig. Wat goed dat jullie dit initiatief hebben genomen! Ik antwoord dat Anne het niet altijd fijn heeft gehad in deze klas, maar dat ik blij ben dat het nu een stuk beter gaat. Weet ik veel.”
 
Dit is nog maar het begin. Hier ben ik nog vol goede moed. Hier ben ik nog naïef en idealistisch.
 
Er is tegenwoordig veel meer aandacht voor de gevolgen van pesten. Gelukkig maar, want er is helaas nog een lange weg te gaan. Bewustwording is het begin. Toen er op tv een programma over pesten was met een verborgen camera, kwam er heel veel kritiek. Want de scholen, maar vooral de ouders van de desbetreffende kinderen, kwamen in opstand. Het was natuurlijk hartstikke zielig voor die kinderen, om geconfronteerd te worden met de gevolgen van hun eigen gedrag in de groep. Het stond nu ineens op film, en dan kun je er niet meer onderuit. Dan zie je pas echt wat er gebeurt. Terwijl iedereen geschokt was bij het zien van de confronterende beelden, want het blijkt bijna altijd veel erger te zijn dan wordt vermoed, gingen de ouders zich beroepen op hun recht op privacy.
 
Ook in een Amerikaanse documentaire is op filmbeelden te zien hoe een jongetje mishandeld en bedreigd wordt. Iedere dag opnieuw. Het is een aangrijpende documentaire. Terwijl de filmbeelden er niet om liegen, wordt er alles aan gedaan om de verantwoordelijkheid af te schuiven. We zien het gebeuren. Om te huilen.
 
Wij hebben het ook ervaren: de meeste ouders toonden zich heel bereidwillig om het pestprobleem te helpen oplossen. Maar dan wel in z’n algemeenheid graag. Een spiegel worden voorgehouden vindt niemand fijn, maar soms is het nodig om verantwoordelijkheid te nemen. Om de verborgen rangorde in een groep overhoop te gooien. Geen doekje voor het bloeden (of voor de krokodillentranen) te gebruiken, maar moed te verzamelen. Of, om het qua taalgebruik maar dicht bij mezelf te houden, de koe bij de horens te vatten.
 
Ook de houding en daadkracht van een leraar is van onschatbare waarde. Onze dochter had de pech met een vriendelijke maar lakse leraar. Daarom kon het pesten blijven doorgaan. Maar er zijn ook leerkrachten die wel een stapje verder durven gaan en niet bang zijn voor het nemen van hobbels. Op de ’Dag van de Leraar’ krijgen zij van mij in stilte een lintje, een hele mooie met glimmers en glitters. Omdat ze goud waard zijn. Wat ben ik blij met leerkrachten die werkelijk in staat zijn om voor mijn kinderen het verschil te maken!
 
Ik heb ervoor gekozen om het pestprobleem in het boek te verwerken. Omdat pesten niet stopt bij alleen maar bewustwording.  
 
 

mandag den 29. september 2014

Ik vertrek

Op tv wordt het altijd goed bekeken. De verhalen van mensen die vertrekken naar een ander land. Die hun ambities waarmaken. Mensen die soms nog nooit in de horeca hebben gewerkt, maar wel een hotel overnemen in Zwitserland. Mensen met twee linkerhanden die een complete bouwval in Frankrijk restaureren. Maar er zijn ook mensen bij, die goed voorbereid te werk gaan. Maar ja, waar kun je je precies op voorbereiden? Kun je je wel voorbereiden, of is het gewoon een kwestie van doen?

Met weinig ervaring en weinig geld een bedrijf beginnen, een nieuw leven opbouwen in een land met een vreemde taal, het is best een dingetje. Het is leuk om naar de ervaringen van andere mensen te kijken op tv. Herkenbaar soms, maar lang niet altijd. Want ieder mens is anders en iedere emigratie pakt weer anders uit. Ik herinner me afleveringen, waarbij er van alles mis ging. Eigenlijk gaat er bijna altijd van alles mis, dat wisten wij natuurlijk van te voren al wel. Want als beste stuurlui aan wal weten we precies wat ze anders hadden moeten doen. En met de ondertiteling erbij snapten wij allang wat er gezegd werd.

Maar als ervarings-deskundige (met de nadruk op ervaring, want deskundig is tegenwoordig iedereen) kijk ik vooral naar dingen als: hoe goed kunnen ze al communiceren in hun nieuwe taal, begrijpen ze wat van hun nieuwe cultuur of gaan ze met hun Nederlandse mentaliteit proberen dingen gedaan te krijgen? Ik weet nog van een stel, waarvan de vrouw na een half jaar compleet radeloos was. Ze huilde dat alles zo had tegengezeten. Ze vond ”dat ze nu wel genoeg tegenslag hadden gehad”. Dit is inmiddels alweer een paar jaar geleden. Ik denk dat ze inmiddels wel beter weet. En ik hoop dat ze heeft volgehouden.

Wij begonnen hier op een compleet versleten boerderij. Alles brak onder je handen af. Als je ergens alleen maar naar keek, ging het al kapot. Naast het bedrijf probeerden we een nieuw sociaal leven op te bouwen en de taal te leren. En o ja, we kregen ook nog meteen een baby toen we hier net waren begonnen. Tel daarbij op het bezoek uit Nederland, heel veel bezoek. Soms was het beddengoed nog niet eens droog aan de waslijn als de volgende gasten alweer het erf op kwamen rijden. Alles bij elkaar kost die eerste tijd veel energie, en je word er fijn snel ervarings-deskundige van. Ervaring die zich uit in rimpels en wallen, waardoor je deskundig wordt in het negeren van spiegels.

De Deense cultuur lijkt erg op de Nederlandse. Maar hoe langer ik hier woon, hoe meer verschillen ik zie. Want er zijn ook grote verschillen. Denen zijn bijvoorbeeld veel makkelijker in hun huishouden. Je wordt heel gastvrij ontvangen en krijgt een hele avond allerlei lekkers voorgeschoteld. Net zolang tot ze je tonnetje dik naar huis toe kunnen rollen, hopla. Maar let niet op de rommel. Heerlijk! In Nederland word je er toch sneller op afgerekend als je je huishouden niet onder controle lijkt te hebben. Bij een Deen komt het niet eens op om zich te verontschuldigen voor de chaos hier en daar in huis. Een Deen is vooral bezig met de heerlijke ovenschotel, de kaarsen en de wijn. In Nederland word je voor later op de zaterdagavond pas uitgenodigd, en in een keurig opgeruimd huis krijg je dan een bakje koffie en een biertje. Denen praten ook veel makkelijker over geld, gaan er veel opener mee om. Inmiddels ben ik daar aan gewend. Toen wij hier nog maar een paar maanden woonden, werden wij uitgenodigd voor het zogenaamde ’konfirmationsfeest’ van onze buurjongen.

”Ik vraag aan de buurvrouw wat hij graag wil hebben. Ze antwoordt dat hij wel een verlanglijstje heeft, maar we mogen ook wel gewoon een walkman of zoiets geven. Oeps! Ik had meer gedacht aan een kleinigheidje. We besluiten dan maar om hem gewoon geld te geven. Gelukkig informeren we voor alle zekerheid nog even bij andere buren welk bedrag je ongeveer geeft bij zo’n feest. We vinden het veel, maar stoppen toch maar braaf dit geld in een envelop. Op het feest overhandigen we de jongen de envelop en hij maakt het in het bijzijn van iedereen meteen open. Daarna wappert hij met de briefjes in de lucht om iedereen te laten zien wat wij precies hebben gegeven.”

 

 

 

lørdag den 20. september 2014

Het begin van mijn verhaal

Ieder mens heeft een verhaal. Een bijzonder verhaal of een ontroerend verhaal. Soms lijkt het verhaal in eerste instantie heel gewoon. Totdat het verhaal heel langzaam een andere richting op gaat dan je wilt. Dan krijgt het verhaal een bijzondere betekenis. Het zet je leven op z´n kop. Dan wordt het een verhaal, dat het waard is om verteld te worden. Mijn verhaal begint bijna 14 jaar geleden.  

Een jong gezin emigreert naar Denemarken en neemt een boerderij over. Vol goede moed beginnen zij aan een nieuwe toekomst.

” Maar dan, op een zaterdag, rijden we met een vrachtwagen vol spullen en een paar
familieleden en vrienden naar ons nieuwe huis. In de hoop er een thuis van te maken. Op hoop van zegen. Want ook al weten we niet of het goed uit zal pakken, we hoeven het niet alleen te doen. We doen onze ogen dicht en springen. Niet teveel nadenken, gewoon doen. We kunnen weer vooruit. En hebben er zin in!”

Zo begint mijn verhaal. Een heel gewoon ”ik vertrek” verhaal van een gezin dat samen op weg gaat. We nemen een grote hap lucht en springen in het diepe. Dit is het begin van ons avontuur. Het avontuur, dat heel langzaam een bizarre wending neemt en tot ingrijpende keuzes dwingt. Het avontuur dat uiteindelijk geworden is tot het boek ”luchtbel”.